Gedragscode geestelijke zorg gezondheidscentrum Levinas

 
Algemeen

  • De geestelijk verzorger streeft ernaar inzichtelijk te handelen en is bereid tot verantwoording.
  • De geestelijk verzorger is gehouden bij onduidelijkheid over de te volgen handelwijzecollega’s te raadplegen.
  • De geestelijk verzorger is in de taakuitoefening zorgvuldig en betrouwbaar, en gedraagt zich zodanig dat het vertrouwen inde beroepsgroep niet wordt geschaad.
  • De geestelijk verzorger respecteert de uniciteit van ieder mens. Uitgangspunt is dat ieder mens recht heeft op geestelijke zorg, ongeacht etnische afkomst, nationaliteit, leeftijd, geslacht of seksuele geaardheid van de cliënt. Evenzo geldt dit voor politieke voorkeur, leefwijze en levensovertuiging of voor de sociale positie van de cliënt.
  • De geestelijk verzorger is persoonlijk verantwoordelijk voor de uitoefening van zijn/haar beroep. Daartoe behoort hij/zij kennis, houding, vaardigheden en spiritualiteit op peil te houden via de daartoe geëigende kanalen van scholing, opleiding, intervisie, supervisie en intercollegiale toetsing.
  • De geestelijk verzorger heeft een authentieke omgang met de eigen levensbeschouwing naast een open houding naar andere overtuigingen en hij/zij hecht belang aan het onderhouden van de eigen spiritualiteit.

 
Relatie met de cliënt

  • De geestelijk verzorger zal zorgvuldig omgaan met het verschil in beroeps- en privé-relaties en zal daarbij altijd in het oog houden dat hij/zij onafhankelijk moet blijven. Bij een samenlopen van beroeps- en privé relaties zal de geestelijk verzorger het verschil in werkrelatie en privé relatie aan de orde stellen en de hulp van een collega inroepen of naar een collega doorverwijzen.
  • De houding van de geestelijk verzorger ten opzichte van de cliënt wordt gekenmerkt door respect voor de cliënt, diens mogelijkheden en onmogelijkheden en door erkenning van de verantwoordelijkheid van de cliënt en de eigen verantwoordelijkheid.
  • Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de geestelijk verzorger ter bescherming van zichzelf en anderen, om de grenzen aan te geven ten aanzien van wat wel en niet verantwoord is binnen de relatie met de cliënt en deze grenzen ook te bewaren en te bewaken.
  • De geestelijk verzorger eerbiedigt de persoonlijke (fysieke en geestelijke) integriteit van de ander. De geestelijk verzorger dient zich bewust te zijn van zijn/haar vertrouwenspositie in het contact met de cliënt en de machtsongelijkheid die dat met zich kan meebrengen en zal geen misbruik maken van de eventuele afhankelijkheid of kwetsbaarheid van diegenen die aan haar of zijn zorg zijn toevertrouwd. Deze bepaling impliceert onder andere dat de geestelijk verzorger gehouden is geen seksuele toenaderingspogingen te ondernemen en af te zien van gedragingen die als zodanig kunnen worden uitgelegd en, zelfs als de ander dat verlangt of daartoe uitnodigt, niet metterdaad in te gaan op seksuele toenaderingspogingen. Deze bepaling impliceert eveneens dat de geestelijk verzorger geen privé relatie aangaat met een cliënt aan wie geestelijke zorg wordt verleend of binnen een jaar na beëindiging van de verlening van geestelijke zorg.
  • De geestelijk verzorger draagt er zorg voor vrij te staan tegenover cliënten en zal daarom geen persoonlijke giften aanvaarden van cliënten. Een gift van een cliënt aan ‘het spreekuur Levinas’behoort wel tot de mogelijkheden. Die zal dan overgedragen worden aan het bestuur.
  • De geestelijk verzorger zal al hetgeen hem/haar in het kader van zijn beroepsuitoefening vertrouwelijk ter kennis is gekomen, beschouwen als beroepsgeheim. Hij/zij heeft ter zake tegenover derden een zwijgplicht.
  • Wanneer de geestelijk verzorger in gewetensnood komt te verkeren door de geheimhoudingsplicht dan wel onzeker is over de te volgen gedragswijze kan hij/zij de zaak anoniem voorleggen aan een collega. Indien anonimiteit niet volledig gewaarborgd is, deelt de collega in de geheimhoudingsplicht.
  • De geestelijk verzorger kan zich slechts dan ontslagen achten van de geheimhoudingsplicht, wanneer voldaan is aan alle hieronder genoemde 6 voorwaarden. Dit is het geval als: a. Alles in werking is gesteld om toestemming van betrokkene te krijgen. b. De geestelijk verzorger in gewetensnood komt te verkeren door het handhaven van de geheimhouding. c. Er geen andere weg is dan doorbreken van het geheim om het probleem op te lossen. d. Het vrijwel zeker is dat het niet doorbreken van het geheim voor derden of voor de betrokkene aanwijsbare en ernstige schade en/of gevaar zal opleveren. e. De geestelijk verzorger er vrijwel zeker van is dat door de doorbreking van de geheimhouding die schade aan de ander(en), dan wel aan de cliënt kan worden voorkomen of beperkt. f. De geheimhouding slechts zover doorbroken wordt als nodig is om het gevaar af te wenden of de schade te voorkomen.
  • De geestelijk verzorger kent de grenzen van het handelen binnen de geestelijke zorg. Indien de geestelijk verzorger de gevraagde hulp niet kan bieden wijst hij/zij op mogelijkheden elders. Zo nodig legt de geestelijk verzorger op verzoek van betrokkene contact met een andere geestelijk verzorger of met een andere hulpverlener.

 

Relatie ten opzichte van collega’s binnen Levinas

  • De geestelijk verzorger is gehouden een collega onder vier ogen aan te spreken indien hij/zijernstige vragen heeft bij de handelwijze van de collega, en zo nodig aan te dringen op breder intercollegiaal overleg.
  • De geestelijk verzorger houdt rekening met de pluriformiteit aan inzichten onder collega’s geestelijk verzorgers inzake levensbeschouwing en geestelijke verzorging. Hij/zij gaat de dialoog met collega’s aan.
  • De geestelijk verzorger bevordert de collegiale samenwerking in het algemeen en is bereid tot overleg en onderlinge afstemming binnen het samenwerkingsverband.
  • De geestelijk verzorger zal van zijn/haar professionele werkzaamheden zodanig aantekening houden dat hij/zij in staat is van de eigen professionele handelswijze rekenschap af te leggen aan collega’s en indien nodig aan verwijzers of bestuursleden van Levinas